Ondernemer Rob Baan moest anderhalve ton belasting betalen wegens aanbieden gratis lunch: ‘Ik word afgestraft’

Het aanbieden van gratis lunch aan zijn werknemers, kwam de Westlandse ondernemer Rob Baan op een belastingheffing van 157 duizend euro en een reeks rechtszaken te staan. Toch gaat hij ermee door. ‘Het gezonde verstand moet overwinnen.’

Zo op het eerste oog is er weinig verdacht aan de lunch bij het Westlandse tuinbouwbedrijf Koppert Cress. In de zonverlichte kantine vol kantoorgroen zetten de jongens van de zaaiploeg dankbaar hun vorken in diepe borden vegetarische gnocchi. De dames van de inpak lepelen − ook al zo tevreden − van een rijkgevulde erwtensoep. Niets duidt op een misstand. En toch moest Rob Baan precies om deze lunch voor de rechter verschijnen.

Want de maaltijden die Baan hier gratis verstrekt worden door de Belastingdienst beschouwd als verkapt loon. Dat betekent dat hij er 80 procent belasting over moet betalen − oftewel 157 duizend euro over de afgelopen zes jaar. En dat weigert Baan. ‘Want natuurlijk snap ik best dat de overheid inkomen moet hebben’, zegt hij. ‘Maar 80 procent voelt alsof je wordt gestraft: gij zult niet goed doen.’

Het verhaal van Baan begint in 2016 met, hoe kan het ook anders, roze koeken en cola. Die zag de excentrieke ondernemer steeds vaker terugkomen naast de broodjes kaas in de kantine van zijn kiemgroentebedrijf. ‘De echte purist had er misschien nog een pak melk bij’, vertelt Baan. ‘Maar dat was het ook wel.’ En dat stak hem: de ondernemer staat immers al jaren bekend als warm pleitbezorger van het groente-evangelie.

Natuurlijk, hij kon het zijn ‘allessies’ moeilijk kwalijk nemen. De driehonderd zaaiers, plukkers en inpakkers beginnen ’s ochtends al om 6 uur met respectievelijk zaaien, plukken en inpakken. ‘Dan ga je niet ’s morgen nog wat courgette grillen voor de salade.’ Bovendien is het Westlandse dorp Monster geen Zuidas. ‘Hier zijn niet twintig verschillende restaurants in de buurt. Alleen snackbar het Molentje, waar ze patat en kadaverstaven verkopen.’

List

Dus bedacht de ondernemer een list: hij ging zelf kosteloos gezonde lunches aanbieden. Samen met een diëtist stelde hij een menu samen en maakte het onderdeel van zijn arbobeleid. ‘Want als werkgever moet ik al veiligheidsschoenen aanbieden om de linker- en rechterteen van mijn medewerkers te beschermen, dus waarom niet ook een gratis gezonde maaltijd om hun linker- en rechternier te beschermen?’

Maar het Amerikaanse gezegde There ain’t no such thing as a free lunch bleek weer eens waarheid toen Baan een jaar later zijn belastingaangifte bekeek. Daar stond prompt een afschrijving van 40 duizend euro op. ‘Ik belde direct mijn financiële man Hans − het gezagstrouwe type’, aldus Baan. ‘En hij zei: dat is voor die maaltijden.’ Blijkbaar werden die door de fiscus niet gezien als arbovoorziening − en dus vrijgesteld van belasting − maar als loon in natura. En daarover wilde de belastingdienst wel even vangen.

Baan toog tot drie keer toe naar het belastingkantoor voor een gesprek. ‘Eén keer zelfs onder ede, met zo’n bandrecorder’, vertelt hij. Ondertussen bleven de naheffingen komen. ‘Ik heb elke keer braaf betaald, anders komt er zo’n meneer met een lange jas en een slappe tas de deur dichtplakken, maar ik heb ook elke keer weer bezwaar gemaakt.’ Uiteindelijk waren Baan en de Belastingdienst het erover eens dat de rechter zich er maar over moest buigen.

Kafkaësk

Baan vertelt het allemaal met een glimlach, maar hij draait er niet omheen: het was ‘zeer onaangenaam’. ‘Mijn vader was politieagent, die heeft heel wat mensen door dat beklaagdenbankje getrokken en ineens zat ik er zelf’, zegt hij. ‘Terwijl ik als sociaaldemocraat alleen maar probeerde te zorgen dat mijn medewerkers hun pensioen halen.’ Het woord ‘kafkaësk’ valt. Ook om te beschrijven wat er na die rechtszaak gebeurde.

Want Baan moest uiteindelijk naar de Hoge Raad om zijn gelijk te halen. Die oordeelde dit voorjaar dat zijn lunches inderdaad konden worden gezien als arbovoorziening. Dat wil zeggen: onder de oude arboregels. Want terwijl Baan aan het procederen was, werden die aangescherpt. Sinds 2022 vallen er alleen nog middelen onder die beschermen tegen risico’s die direct uit werkzaamheden voortkomen en dus niet tegen algemene gezondheidsrisico’s.

Dat betekent dat Baan nu wéér naheffingen ontvangt. En het betekent ook dat Baan wéér bezwaar heeft gemaakt. ‘Het is een principekwestie geworden’, zegt hij. ‘Ik doe dit voor alle werkgevers, want het kan toch niet dat we in dit land miljarden uitgeven aan ziektebestrijding maar dat wie aan preventie wil doen wordt dwarsgezeten? Ik ben in een jaar 200 kilo aan werknemers kwijtgeraakt zónder te bezuinigen.’

Bodyshop-zaak

Hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp van de Universiteit van Amsterdam snapt de ondernemer wel, toch ziet hij ook een dilemma bij werkgevers die zich gaan bemoeien met de gezondheid van werknemers. ‘Want wie bepaalt wat gezond is en waar houdt die bemoeienis dan op? Berucht is inmiddels de zaak van een Bodyshop-medewerker die op staande voet werd ontslagen omdat haar baas haar op zondag in de winkelstraat zag roken.’

Baan wil natuurlijk niet zover gaan. Wat hem betreft nemen zijn werknemers bij wijze van spreken thuis ‘een bad in coca-cola’ of eten ze ‘tien kadaverstaven’ (frikandellen) bij het diner. ‘Maar hier in mijn kantine geef ik ze de gelegenheid om kracht op te doen – gratis, want 3,90 euro voor de kostprijs per lunch is voor een productiemedewerker serieus veel geld.’

Aankomende maandag komt een delegatie van de Belastingdienst, die in een reactie laat weten slechts de wet uit te voeren, bij Baan langs. Het zal weinig verbazen wat hij hen zal aanbieden: een gratis lunch. ‘Het gezonde verstand zal overwinnen’, hoopt hij. En als het moet gaat hij daarvoor wederom naar de Hoge Raad. Dit is het moment dat de ondernemer de stem van Churchill imiteert: ‘I will never surrender.’

Beeld: Guus Dubbelman/de Volkskrant
Bron: de Volkskrant

Reacties zijn gesloten.