Midden tussen de landerijen en de kassen in Monster, onder de rook van Den Haag, bevindt zich een bijzondere teler. Die niet gespecialiseerd is in het telen van komkommers, uien of bloemen, maar in het telen van eetbare jonge plantjes, oftewel kiemen. Die vervolgens in restaurants over de hele wereld te vinden zijn.
Volgens Rob Baan, eigenaar van Koppert Cress, kennen veel mensen zijn producten niet. „We zijn wel bekend bij chef-koks en restauranthouders, wekelijks leveren we dan ook aan restaurants in Dubai, Canada, China en zelfs Japan.”
In de collectie van Koppert Cress zitten bijzondere planten. „Hier, proef deze eens”, zegt Baan. „Smaakt naar wasabi en groeit hier in Nederland in de sloot.” Meer voorbeelden volgen. Zo is er een plant die naar komkommer smaakt, een die naar oesters smaakt en een bloem die ervoor zorgt dat je tong tintelt. „Van die laatste bloem worden nu koekjes gemaakt, zodat mensen zonder smaak weer beleving hebben in de mond.”
In zijn zoektocht naar bijzondere planten reist Baan de hele wereld over. Zo nam hij een hap van planten in de Amazone, in Japan en in Nederland. Hij kan het naar eigen zeggen niet laten om ergens geen hap van te nemen.
Volgens Baan worden kiemen onderschat. „Jonge plantjes kunnen niet wegrennen voor rupsen en andere insecten, dus moeten ze zich op een andere manier verdedigen, dat doen ze door sulforafaan aan te maken. Dat is giftig voor insecten en ook voor mensen is het een onbekende stof, waardoor het immuunsysteem gestimuleerd wordt.”
Het bedrijf van Baan heeft als doelstelling om mensen anders en gezonder te laten eten. „Er is nu nog zoveel voedsel dat we niet gebruiken. Zelfs mijn werknemers kennen veel producten niet, daarom serveren we in de kantine gratis gerechten van groenten.”
Het bedrijf probeert ’energie positief’ te worden, waardoor de buurt de overige energie van het bedrijf kan gebruiken. Zo wordt de warmte uit de kassen opgeslagen in de grond om in de winter her te gebruiken en koopt het bedrijf CO2 op om te gebruiken in de kas. „Nu doen we dat al bij huizen in de buurt, maar de bedoeling is om met andere telers straks veel meer mensen van energie te voorzien.”