Of, zoals heel fijntjes in de Volkskrant, ik ben de Beste Boer van Nederland voor het jaar 2020, totdat er in 2021 nieuwe verkiezingen zijn. Zeer vereerd, maar adel verplicht. Dus wil ik wel wat doen met die titel. Er wordt nu veel “over” boeren en tuinders gesproken en weinig “met”. En als er dan een gesprek is dan is het vaak boos en gespannen.
Waar komt al die boosheid vandaan? Waarom zijn de boeren van Yvonne Jaspers zo knuffelbaar? En waarom zijn die Malieveldboeren zo boos en afstandelijk. Heeft dat te maken met de steeds grotere trek naar de stad en afstand tot het platteland? Of heeft de agrariër het contact met zijn klant verloren. Alle vijf de genomineerden van de AO-prijs waren op een of andere manier bezig met directe klant benadering. Voorgaande winnaars waren vaak geroemd vanwege hun coöperatiedenken of gemeenschappelijke afzet. Juist deze vijf doen het anders. Doen ze het dan beter? Dat is niet de hoofdvraag. Het is meer het gevoel dat iedereen heeft, het kan beter voor het land, voor de natuur, voor mijn beesten, voor mijn klanten en het kan anders.
En die boosheid? Tja, het is heel raar als je door de vroeger veel geroemde kennisdriehoek Landbouw Onderzoek en Landbouw Voorlichting, Landbouw Onderwijs en Landbouw Bedrijfsleven een bepaalde kant bent heen gestuurd, en dat ze je nu in de steek laten. Tegenwoordig heet die driehoek de Triple Helix en je moet gewoon goed Engels kunnen lezen om te snappen waar het over gaat. Tijdens mijn opleiding stond de boer, met zijn stageloper, naast een veredelaar te praten met een landbouwvoorlichter. Dat was de kracht van toen. Nu praat een beleidsambtenaar die elke 4 jaar aan job-rotation moet doen, met een zuivelcoöperatie en een Universiteitsdocent over de toekomst van de veehouders. En dan mis je de basis.
VPRO uitzending met Ruud Koornstra – Het duurzame paradijs is dichterbij dan we denken”
In het annex filmpje ga ik ook uit mijn stekker. Waarom? Ik voel me betutteld, belazerd en niet serieus genomen. Dit vraagt uitleg en excuseer de afkortingen, want niemand snapt het echt dus maken we moeilijke woorden om een afstand te creëren. We gaan even terug in de tijd. Begin 1900 hadden we koud glas. Dat zijn ongestookte kassen of platte kassen. Toen kwam de uitvinding van het stoken op vervuilende kolen. Daarna kwam de vieze aardolie en vervolgens het schone aardgas. Dat aardgas was de stimulans om de tuinbouw een boost te geven. De technieken werden beter, we leerden dat CO2 een belangrijk voedsel voor de planten is en dat je dit met technische ontwikkelingen optimaal kunt gebruiken. Je verbrandt gas, daarmee drijf je een turbine aan die stroom maakt, bij de verbranding komt veel warmte vrij en CO2. Stroom verkoop je of gebruik je zelf, Warmte gebruik je en CO2 ook. Dit heet een Warmte Kracht Koppeling. Een WKK. Deze techniek is briljant want het rendement is veel hoger dan alle andere fossiele energiecentrales. En ze kunnen per minuut aan of uit gezet worden dus zijn ze ideaal om de piekstroom die de energiebedrijven soms nodig hebben aan te vullen. Enige nadeeltje is dat aardgas fossiel is en dat we er ooit een tekort van krijgen. En dat Groningen verzakt en dat het kabinet opgeroepen heeft: “gebruik minder aardgas!!”.
De tuinbouwtechniek gaat verder en heeft zich begin deze eeuw voorgenomen: Kas als energiebron. Al die warmte die de zon aan een kas schenkt moet je niet afvoeren, die moet je oogsten. Met warmtewisselaars wordt nu de warmte geoogst. En met een Warmte Koude Opslag (WKO) kun je met een warmtepomp, de zonnewarmte omzetten in warm water dat je onder de grond in een watervoerende laag, (bij mij op 170 meter diep), opslaat. Ik heb een ondergronds meertje van bijna 40 graden en een ander meertje van 6 graden. Ik stook in de winter met de stroom van de afgelopen zomer en koel zomers met de kou uit de winter; in de zomer is het hooitijd dus oogst ik ook slootwaterwarmte (Aqua-thermie) en zonnewarmte (Solar-thermie). Alle stroom voor de pompen komt van groene stroom uit Noorwegen.
Ook wordt nu al veelvuldig warmte geoogst uit de bodem. Op 2-4 kilometer diep wordt bijna kokend water opgepompt. Dit water kan eerst aan huishoudens worden aangeboden via een warmte-ringleiding. De tuinders kunnen het retourwater van 40 graden nog goed gebruiken. Het paradijs op aarde. Warmte gratis en als de groene stroom ook betaalbaar blijft dan kan een groot deel van Nederland, heel goedkoop en heel duurzaam zichzelf fossielvrij verwarmen. Daar zijn we al vanaf 2009 mee bezig.
De overheid heeft instrumenten om duurzaamheid te stimuleren. SDE (Stimulering Duurzame Energie) geeft subsidies om investering vroeger mogelijk te maken en goedkoper. Dit geld komt niet uit de schatkist van de overheid. Dit komt uit een heffing. De ODE (Opslagheffing Duurzame Energie). Dus alle energie die gebruikt wordt (Gas en Stroom) wordt extra belast. De twee potten moeten elkaar in balans houden. Dus het kost de overheid niets. De ODE heffing was nooit zo hoog voor mijn bedrijf €10.000, een betaalbare bijdrage aan het goede doel.
Zie ook artikel van WUR: “Stijging ODE-tarieven 2020: gemiddeld kosteneffect voor heel de glastuinbouwsector beperkt, maar substantiële kostenstijging voor bedrijven met belichting en rem op reductie CO2-emissie”
Opeens, in de troonrede 2019, blijkt dat ook groene stroom in mijn gebruikersgroep extra wordt belast, en wel naar €170.000!!!! en opeens blijkt aardgas veel goedkoper, dus gaat heel de sector terug van stroom naar/of extra investeren in AARDGAS!!!!.
Dit is zo’n besluit waarin een Driehoek zou moeten zeggen, jongens effe niet goed over nagedacht. Draaien we gelijk terug. Maar zo werkt de huidige Triple Helix niet. De ene hand van de overheid besluit en de ander denkt foutje, maar dat is politiek dus we doen niets.
En dan word ik boos. Want gezond boerenverstand zou dit niet toelaten. En het gevolg is zo erg, want tuinders die een WKK gekocht hebben doen daar minimaal tot 2030 mee. De Warmterotonde draait op door stroom aangedreven pompen, niemand durft meer, Dus mijn paradijs, gecreëerd in 2009, is in 2019 zwaar beschadigd geraakt en zal door onkunde waarschijnlijk overlijden. En dit is slechts een van de voorbeelden waarom Agrarische Ondernemers heel boos worden en toch doorgaan met uw voedsel te produceren.